Turboliquidatie – onterecht een slechte naam
De overheid is van plan om de turboliquidatie van een rechtspersoon aan banden te leggen. De achterliggende reden is dat het te vaak en te gemakkelijk gebruikt zou worden om schuldeisers met lege handen achter te laten. Deze snelle manier van een BV opheffen heeft daardoor in Nederland, onterecht, een slechte naam gekregen.
Dat turboliquidatie een omstreden instrument is, blijkt wel uit de negatieve nieuwskoppen over turboliquidatie in de media. Zo kopte het Financieel Dagblad recentelijk “Nieuwe wet moet opmars stuiten van fraude met plof-bv’s“. In 2016: “Actie tegen nieuwe raudevorm met ‘plof –bv’s” en “Wildgroei plof-bv’s krachtig aanpakken.” Hierin wordt gesteld dat fraude wordt gepleegd met BV’s en dat deze vervolgens via turboliquidatie uit de rechtswereld verdwijnen zonder dat er enige controle is op de handelingen van de BV.
Turboliquidatie versus faillissement
Als een faillissement wordt aangekondigt, wordt er beslag gelegd op het gehele vermogen van de onderneming. Dat beslag is ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. De curator probeert hiermee alle schuldeisers zoveel mogelijk schadeloos te stellen. Tevens wordt onderzocht of de onderneming zijn administratie wel op orde heeft en alles in het verleden volgens de regels is gedaan. Als dat niet het geval is, dan kan de curator achter de DGA in persoon aan gaan om verhaal te halen. Voor schuldeisers biedt dat de zekerheid, dat er in elk geval alles aan gedaan is om het geld veilig te stellen.
In geval van een turboliquidatie is er géén curator betrokken bij de opheffing van de BV. De DGA kan op eigen initiatief beslissen om zijn BV te ontbinden en uit te schrijven bij de KvK, mits er geen baten zijn. Er kunnen dus nog wel schulden achtergelaten worden. Volgens de Hoge Raad is dit toegestaan, sinds zij dit besloot in 2015. Echter sommige ondernemers maken misbruik van turboliquidatie door eerst al het geld uit de BV weg te sluizen en zo schuldeisers met lege handen achter te laten.
Onrechtmatige benadeling niet onbestraft
Als schuldeiser sta je bij onrechtmatige benadeling na een turboliquidatie echter niet machteloos. Men kan dan bijvoorbeeld een advocaat inschakelen die bij de rechtbank verzoekt om de vereffening van de BV te heropenen, of een procedure tot bestuurdersaansprakelijkheid te starten. Helaas haken veel schuldeisers dan af, omdat dit voorgefinancieerd moet worden en tijd kost.
Indien er sprake is van onrechtmatige benadeling of selectieve bevoordeling van specifieke schuldeisers, dan zijn er wel genoeg mogelijkheden om misbruikende bestuurders alsnog aansprakelijk te stellen. In 2006 wees de Hoge Raad er een standaardarrest over. De schade, waaronder (een groot deel van) juridische kosten, kan volledig op DGA als persoon worden verhaald.
Onterecht een slechte naam
Dat turboliquidatie een slechte naam heeft gekregen is onterecht, omdat deze werkwijze niet de oorzaak van het misbruik is. Die ligt bij kwaadwillende DGA’s, die hun schulden niet wensen af te betalen. Ook zonder deze manier om een BV op te heffen zou deze DGA zijn BV waarschijnlijk leeghalen en de schuldeisers met vorderingen achterlaten. Zowel bij een faillissement als bij de turboliquidatie kunnen schuldeisers echter bij onrechtmatige benadeling wel achter de DGA aangaan door hem aan te spreken op zijn bestuurdersaansprakelijkheid.
Ook snel, gemakkelijk en zorgeloos een lege of slapende BV opheffen? Houdt u dan aan de voorwaarden van de turboliquidatie.