Overweegt u uw besloten vennootschap (BV) via turboliquidatie te beëindigen, terwijl er nog schulden openstaan? Dan is het cruciaal om te weten welke betalingen u als bestuurder wél en niet mag doen, zeker richting partijen als de Belastingdienst. Onzorgvuldig handelen kan leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid. In dit artikel leggen wij uit waar de grenzen liggen en wat de risico’s zijn in geval van schulden bij turboliquidatie.

Wat is turboliquidatie?

Turboliquidatie is een snelle en eenvoudige manier om een BV te ontbinden als er geen activa meer zijn. Er is dan ook geen vereffeningsfase nodig. In de praktijk kan de ontbinding binnen enkele dagen geregeld zijn. Maar let op: als er nog schulden openstaan, liggen de juridische risico’s voor u als bestuurder aanzienlijk hoger.

Mag u sommige schuldeisers nog betalen vóór turboliquidatie?

Een veelgestelde vraag: mag u als bestuurder bepaalde schuldeisers – bijvoorbeeld leveranciers of personeel – nog snel betalen voordat u de BV opzegt via turboliquidatie, terwijl u andere schulden, zoals belastingschulden, onbetaald laat?

Volgens de Hoge Raad mag een bestuurder in beginsel zelf bepalen wie hij betaalt. Zelfs als de Belastingdienst een preferente schuldeiser is, hoeft deze niet per se als eerste betaald te worden. Dit geldt óók als het bedrijf niet in staat is om álle schulden te voldoen.

Wanneer wordt het risicovol?

Deze vrijheid geldt echter niet onbeperkt. U kunt persoonlijk aansprakelijk worden gesteld als u betalingen doet die een “redelijk denkend bestuurder” onder dezelfde omstandigheden niet zou doen.

U loopt als bestuurder een verhoogd risico op aansprakelijkheid bij turboliquidatie als:

  • U weet of had moeten weten dat bepaalde schuldeisers (zoals de Belastingdienst) onbetaald blijven;
  • U doelbewust andere schuldeisers met voorrang betaalt (zoals een bevriend bedrijf of uw eigen holding), zonder goede onderbouwing;
  • U de activiteiten van de BV beëindigt, en er onvoldoende middelen zijn om álle schuldeisers (deels) te voldoen;
  • U persoonlijk belang hebt bij een betaling (bijvoorbeeld omdat u zelf aandeelhouder of gelieerd schuldeiser bent).

In al deze gevallen kan het Openbaar Ministerie via de nieuwe Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie zelfs een bestuursverbod opleggen, naast een civielrechtelijke aansprakelijkstelling.

Wat mag u dan wel?

U mag alleen betalingen doen als deze objectief uitlegbaar en verdedigbaar zijn, bijvoorbeeld omdat:

  • U essentiële bedrijfsactiviteiten afrondt (zoals salarisbetaling aan personeel);
  • U gelijke behandeling toepast bij schuldeisers, dus niet selectief betaalt;
  • De betaling plaatsvindt op basis van schriftelijke afspraken of wettelijke verplichtingen.

Als u twijfelt over de toelaatbaarheid van bepaalde betalingen voorafgaand aan turboliquidatie, is juridisch advies onmisbaar. Eén verkeerde keuze kan leiden tot persoonlijke financiële gevolgen.

Conclusie: wees zorgvuldig bij schulden en turboliquidatie

Wilt u uw BV via turboliquidatie opheffen terwijl er nog schulden zijn? Dan mag u als bestuurder in bepaalde gevallen betalingen doen aan crediteuren, maar u moet wel zorgvuldig handelen. Onverantwoorde selectieve betalingen kunnen leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid of zelfs een bestuursverbod.

✔ Overweeg turboliquidatie alleen als u geen activa meer heeft
✔ Laat u goed adviseren bij openstaande schulden
✔ Vermijd selectieve betalingen zonder rechtvaardiging
✔ Documenteer elke keuze zorgvuldig

Heeft u schulden en wilt u uw BV beëindigen via turboliquidatie? Vul dan vandaag nog onze gratis intake in en ontdek binnen enkele minuten of u in aanmerking komt.

Lees hier de originele uitspraak van de Hoge Raad.

De overheid is van plan om de turboliquidatie van een rechtspersoon aan banden te leggen. De achterliggende reden is dat het te vaak en te gemakkelijk gebruikt zou worden om schuldeisers met lege handen achter te laten. Deze snelle manier van een BV opheffen heeft daardoor in Nederland, onterecht, een slechte naam gekregen.

Dat turboliquidatie een omstreden instrument is, blijkt wel uit de negatieve nieuwskoppen over turboliquidatie in de media. Zo kopte het Financieel Dagblad recentelijk “Nieuwe wet moet opmars stuiten van fraude met plof-bv’s“. In 2016: “Actie tegen nieuwe  raudevorm met ‘plof –bv’s” en “Wildgroei plof-bv’s krachtig aanpakken.” Hierin wordt gesteld dat fraude wordt gepleegd met BV’s en dat deze vervolgens via turboliquidatie uit de rechtswereld verdwijnen zonder dat er enige controle is op de handelingen van de BV.

Turboliquidatie versus faillissement

Als een faillissement wordt aangekondigt, wordt er beslag gelegd op het gehele vermogen van de onderneming. Dat beslag is ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. De curator probeert hiermee alle schuldeisers zoveel mogelijk schadeloos te stellen. Tevens wordt onderzocht of de onderneming zijn administratie wel op orde heeft en alles in het verleden volgens de regels is gedaan. Als dat niet het geval is, dan kan de curator achter de DGA in persoon aan gaan om verhaal te halen. Voor schuldeisers biedt dat de zekerheid, dat er in elk geval alles aan gedaan is om het geld veilig te stellen.

In geval van een turboliquidatie is er géén curator betrokken bij de opheffing van de BV. De DGA kan op eigen initiatief beslissen om zijn BV te ontbinden en uit te schrijven bij de KvK, mits er geen baten zijn. Er kunnen dus nog wel schulden achtergelaten worden. Volgens de Hoge Raad is dit toegestaan, sinds zij dit besloot in 2015. Echter sommige ondernemers maken misbruik van turboliquidatie door eerst al het geld uit de BV weg te sluizen en zo schuldeisers met lege handen achter te laten.

Onrechtmatige benadeling niet onbestraft

Als schuldeiser sta je bij onrechtmatige benadeling na een turboliquidatie echter niet machteloos. Men kan dan bijvoorbeeld een advocaat inschakelen die bij de rechtbank verzoekt om de vereffening van de BV te heropenen, of een procedure tot bestuurdersaansprakelijkheid te starten. Helaas haken veel schuldeisers dan af, omdat dit voorgefinancieerd moet worden en tijd kost.

Indien er sprake is van onrechtmatige benadeling of selectieve bevoordeling van specifieke schuldeisers, dan zijn er wel genoeg mogelijkheden om misbruikende bestuurders alsnog aansprakelijk te stellen. In 2006 wees de Hoge Raad er een standaardarrest over. De schade, waaronder (een groot deel van) juridische kosten, kan volledig op DGA als persoon worden verhaald.

Onterecht een slechte naam

Dat turboliquidatie een slechte naam heeft gekregen is onterecht, omdat deze werkwijze niet de oorzaak van het misbruik is. Die ligt bij kwaadwillende DGA’s, die hun schulden niet wensen af te betalen. Ook zonder deze manier om een BV op te heffen zou deze DGA zijn BV waarschijnlijk leeghalen en de schuldeisers met vorderingen achterlaten. Zowel bij een faillissement als bij de turboliquidatie kunnen schuldeisers echter bij onrechtmatige benadeling wel achter de DGA aangaan door hem aan te spreken op zijn bestuurdersaansprakelijkheid.

Ook snel, gemakkelijk en zorgeloos een lege of slapende BV opheffen? Houdt u dan aan de voorwaarden van de turboliquidatie.

In september 2019 heeft de Belastingdienst een analyse gepubliceerd van het aantal turboliquidaties. Volgens deze data vindt er sinds 2010 een stijging van het aantal turboliquidaties plaats. In 2014 heeft er uitzonderlijke groei (+34,2%) plaats gehad, terwijl het aantal bedrijfsbeëindigingen dat jaar slechts 9% groeide.

Jaarlijks vinden tussen de 60.000 en 65.000 bedrijfsbeëindigingen plaats, waarvan 40-48% middels turboliquidatie. In 2017 en 2018 waren dat resp. 35.000 en 33.000 turboliquidaties.

Uit het rapport blijkt verder, dat het overgrote deel van de turboliquidaties plaatsvindt bij ‘financiele holdings’, namelijk 22% gevolgd door ‘beleggingsinstellingen met beperkte toetreding’ met 7%.

Het volledige rapport is te vinden op de website van de Rijksoverheid.

Wilt u na het lezen van dit artikel weten of u uw BV middels turboliquidatie kunt opheffen? Volg dan onze vrijblijvende intake.

Bron: Analyse (turbo)liquidaties v1.0 d.d. 19 septeber 2019, Belastingdienst Datafundamenten en Analytics

Minister Sander Dekker komt met enkele wetswijzigingen die de positie van schuldeisers verbeteren bij ondernemingen die via een turboliquidatie worden opgeheven. Zo’n liquidatie vindt enkele tienduizenden keren per jaar plaats, schrijft hij aan de Tweede Kamer.

Dekker reageert met de brief o.a. op het verzoek van Kamerlid Van Oosten (VVD), die met een wetsaanpassing wil regelen dat een turboliquidatie alleen nog kan als er geen schulden en baten aanwezig zijn.

Het belang van turboliquidaties

De mogelijkheid van turboliquidatie werd in 1994 ingevoerd en heeft als doel om misbruik van inactieve rechtspersonen te voorkomen en het handelsregister te schonen van inactieve rechtspersonen. Volgens onderzoek van de Belastingdienst blijkt dat reeds bij 80% van de turboliquidaties zowel baten als fiscale schulden ontbreken. ‘Risico op misbruik is mogelijk, maar dit betekent niet dat turboliquidaties veelal malafide zijn of de regeling ongeschikt is. Ik acht het van belang dat de wettelijke mogelijkheid van een turboliquidatie behouden blijft.’ Indien sprake is van een turboliquidatie met achterlating van schulden, verdienen schuldeisers wel beter beschermd te moeten worden. ‘Daarom bereid ik een wetswijziging voor om hen beter in staat te stellen om te beoordelen of er sprake is van benadeling en of zij stappen ondernemen.’

Groei aantal turboliquidaties

Bij een turboliquidatie ontbreekt de formele vereffeningstermijn. Er zijn geen nadere eisen aan de verantwoording over het ontbreken van baten of de afwezigheid van schulden. De turboliquidatie wordt daarom beschouwd als een snelle, eenvoudige en goedkope wijze om een rechtspersoon op te heffen. In 2018 zijn er iets minder dan 37.000 ontbindingsbesluiten geregistreerd, waaronder bijna 33.000 turboliquidaties. ‘Het aantal turboliquidaties is ten opzichte van 2012 in absolute zin toegenomen met ongeveer 10.000 gevallen.’ De minister wil de mogelijkheid in stand houden: ‘Het is van belang dat nieuwe rechtspersonen eenvoudig kunnen worden opgericht en dat deze vervolgens ook eenvoudig zijn op te heffen als de activiteiten worden gestaakt. Dit motief blijft relevant. Het op papier laten voortbestaan van inactieve rechtspersonen brengt immers als risico met zich dat inactieve (lege) rechtspersonen worden opgekocht om als dekmantel te fungeren voor malafide activiteiten.’

Risico is geen bewijs

Zorgen over mogelijk misbruik als er schulden zijn, geven aanleiding om de regeling te bezien. In gemiddeld 80% van de turboliquidaties gaat het om boedels zonder baten en fiscale schulden. Er kunnen nog wel schulden zijn aan derden. ‘Het onderzoek biedt een goede aanzet voor risicoselectie aan de hand van een aantal risico-indicatoren. Maar een mogelijk verhoogd risico vormt geen bewijs dat er malafide gehandeld is. Vaststelling van misbruik is complex, omdat schade en schulden ontstaan door handelingen die voorafgaan aan de ontbinding door turboliquidatie. In het algemeen geldt dat mogelijke risico’s op misbruik van rechtspersonen niet bij voorbaat zijn uit te sluiten.’ Risico’s op financieel-economische misbruik doen zich in principe voor bij alle rechtspersonen en dus ook bij rechtspersonen die zijn betrokken bij een turboliquidatie.

Scherpere verantwoordingsplicht

Het is aan schuldeisers om aan te tonen dat zij benadeeld zijn. Schuldeisers kunnen de rechtbank verzoeken om heropening (artikel 2:23c lid 1BW) van de ontbinding, ook in het geval er geen vereffening heeft plaatsgevonden. Dit blijkt maar zelden te gebeuren. Aangezien schuldeisers niet vooraf worden geïnformeerd, raken zij veelal pas achteraf op de hoogte van het ‘verdwijnen van een rechtspersoon’. Een andere praktische belemmering voor schuldeisers is dat relevante (verantwoordings)informatie ontbreekt. Het bestuur hoeft geen eindverantwoording af te leggen, bijvoorbeeld door middel van het deponeren van een slotbalans.

Minister Dekker is daarom van oordeel dat de rechtsbescherming van schuldeisers verbetering behoeft, indien een turboliquidatie wordt toegepast met achterlating van schulden. ‘Ik stel daarom voor om de verantwoordingsplicht nader aan te scherpen, waardoor de transparantie bij de toepassing van de turboliquidatie wordt vergroot. Dit verbetert de balans tussen de positie van schuldeisers enerzijds en de autonomie van bestuurders en aandeelhouders anderzijds. Ook wordt beter aangesloten bij de waarborgen die gelden voor de ontbinding met een formele vereffening. Dit leidt tot een lastenverzwaring voor rechtspersonen, maar verbetert ook de rechtsbescherming. Tegelijkertijd blijft de belangrijke rol die de turboliquidatie speelt, behouden, zodat rechtspersonen eenvoudig kunnen worden ontbonden.’

Beoogde maatregelen

Dekker wil met een wetsaanpassing het bestuur van turbogeliquideerde ondernemingen verplichten tot het opstellen en deponeren van een slotbalans die vergezeld gaat van een bestuursverklaring waarom baten ontbreken. ‘Indien van toepassing worden deze stukken vergezeld van een slotuitdelingslijst. De slotbalans heeft betrekking op het boekjaar van de turboliquidatie en moet worden gedeponeerd bij het handelsregister.’ Daarnaast moet het bestuur zorgen voor een algemene bekendmaking van de ontbinding zonder vereffening, waarin wordt vermeld dat de slotbalans met de jaarrekening ter inzage liggen bij het handelsregister. Ook moeten vóór de doorhaling van de rechtspersoon in het handelsregister de jaarrekeningen over alle eerdere boekjaren openbaar gemaakt zijn, tenzij daarvoor een ontheffing geldt. ‘Waar een slotbalans toont dat er geen baten meer zijn, bieden de voorgaande jaarrekeningen een belangrijk aanvullend zicht op de vraag of er eerder wel baten waren en zo ja, welk beeld er is van het financieel verloop.’

Met deze maatregelen kunnen schuldeisers zich beter informeren en beter afwegen of zij verzet aantekenen tegen de turboliquidatie of het bestuur van de ontbonden rechtspersoon aansprakelijk stellen. ‘Of schuldeisers dat vervolgens ook willen doen, is een eigen (proceseconomische) afweging.’

Dekker verwacht in de loop van 2020 te komen met een voorontwerp voor wetswijziging.

Foto Minister Dekker: Rijksoverheid.nl

Een veelgestelde vraag bij turboliquidatie.nl is of een Stamrecht BV kan worden beëindigd via turboliquidatie. Het korte antwoord is: ja, dat is mogelijk, maar alleen onder bepaalde voorwaarden. In dit artikel leggen we stap voor stap uit wanneer een turboliquidatie mogelijk is bij een Stamrecht BV, wat de voorwaarden zijn, en welke fiscale en juridische aandachtspunten u daarbij in het oog moet houden.

Wat is een Stamrecht BV?

Een Stamrecht BV is een besloten vennootschap die speciaal is opgericht om een ontslagvergoeding (ook wel gouden handdruk genoemd) onder te brengen. In plaats van directe uitbetaling aan de werknemer, werd het geld gestort in de BV, waar het vermogen beheerd kon worden en periodiek uitgekeerd werd als aanvulling op het inkomen of pensioen.

Sinds 2014 is het niet langer toegestaan om nieuwe stamrechten onder te brengen in een BV, maar bestaande Stamrecht BV’s blijven wel bestaan zolang er nog verplichtingen of kapitaal in de BV aanwezig zijn.

Turboliquidatie van een Stamrecht BV – Wanneer is het mogelijk?

Turboliquidatie is uitsluitend mogelijk wanneer de Stamrecht BV geen activa (bezittingen) meer heeft op het moment van opheffing. Of dat het geval is, hangt af van de functie en activiteiten van de BV:

✅ Situatie 1: De Stamrecht BV is puur een beheer-BV

Heeft u uw Stamrecht BV uitsluitend gebruikt voor kapitaalbeheer (bijvoorbeeld van een ontslagvergoeding), en is het kapitaal inmiddels volledig uitgekeerd of afgekocht? Dan is er sprake van een “lege” BV zonder activa of passiva. In dat geval is turboliquidatie toegestaan.

Er zijn dan:

  • Geen baten meer (zoals banksaldo, vorderingen of beleggingen);
  • Geen openstaande stamrechtverplichtingen;
  • Geen lopende overeenkomsten of verplichtingen.

Een publicatieplicht of vereffening is in dit geval niet nodig. U kunt de BV eenvoudig opheffen met een aandeelhoudersbesluit en inschrijving van de ontbinding bij de Kamer van Koophandel.


❌ Situatie 2: De Stamrecht BV heeft een actieve onderneming gevoerd

Heeft uw Stamrecht BV daarnaast ook een actieve onderneming gedreven — bijvoorbeeld als consultancybureau of beleggingsvehikel met eigen klanten of investeringen? Dan gelden er andere regels.

In dat geval moet:

  • De BV worden geliquideerd met vereffening;
  • Een publicatieplicht worden nageleefd;
  • Er een advertentie worden geplaatst om schuldeisers te informeren.

U kunt dan niet gebruikmaken van turboliquidatie, omdat de BV meer omvat dan alleen vermogensbeheer.

Voorwaarde: afrekening van de stamrechtverplichting

Voordat u uw Stamrecht BV kunt opheffen, moet u de stamrechtverplichting volledig hebben afgewikkeld. Dat kan op verschillende manieren:

  1. Periodieke uitkeringen zijn volledig verstrekt;
  2. Gedeeltelijke afkoop van het stamrecht is voltooid;
  3. Afkoop ineens van het volledige resterende stamrecht is gerealiseerd.

Let op: bij afkoop wordt de Stamrecht BV inhoudingsplichtig voor de loonbelasting. Dat betekent dat een deel van het afgekochte bedrag wordt afgedragen aan de Belastingdienst, en het netto-bedrag wordt uitgekeerd naar privé. Dit moet correct worden verwerkt om fiscale boetes of naheffingen te voorkomen.

Daarnaast moet worden gecontroleerd of er nog interne vorderingen of schulden bestaan:

  • Moet de DGA nog iets terugbetalen aan de BV?
  • Zijn er nog vorderingen op derden?
  • Zijn er nog leningen of verplichtingen?

Pas als alles is afgerekend en de balans op nul staat, komt turboliquidatie in beeld.

Voordelen van turboliquidatie bij een Stamrecht BV

  • Snelle beëindiging: binnen 2 tot 3 weken afgerond;
  • Geen vereffening of advertentie nodig;
  • Lage kosten, vooral in vergelijking met reguliere liquidatie;
  • Eenvoudige procedure indien alle voorwaarden zijn vervuld.

Doe de gratis check: kan uw Stamrecht BV worden opgeheven via turboliquidatie?

Wilt u direct weten of u in aanmerking komt voor turboliquidatie van uw Stamrecht BV? Vul dan onze gratis intake in op turboliquidatie.nl. Binnen enkele minuten ontvangt u vrijblijvend advies van een specialist.

Conclusie: turboliquidatie bij een Stamrecht BV? Ja, mits aan alle voorwaarden voldaan is

Turboliquidatie is mogelijk voor een Stamrecht BV, maar alleen als:

  • Alle stamrechtverplichtingen zijn afgewikkeld;
  • Er geen bezittingen of schulden meer zijn;
  • De BV geen actieve onderneming meer voert.

Bij twijfel raden wij altijd aan om uw situatie te laten beoordelen door een expert. Zo voorkomt u fouten, fiscale verrassingen of persoonlijke aansprakelijkheid. Wij staan voor u klaar.