Nieuwe wet transparantie turboliquidatie gaat in op 15 november 2023
Vandaag is in het Staatsblad bekend gemaakt dat de aangekondigde nieuwe tijdelijke wet transparantie turboliquidatie ingaat op 15 november 2023. Het is een tijdelijke regeling voor twee jaar.
De wet stelt nadere voorwaarden aan de turboliquidatie, die de transparantie vergroten, maar welke meer administratieve acties vergen:
1. Verantwoordingsplicht bestuurders
De verantwoordingsplicht legt het bestuur van de rechtspersoon de verplichting op om binnen veertien dagen na de ontbinding een aantal documenten bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel ter inzage te leggen:
- Een balans en een staat van baten en lasten over het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden en het voorgaande boekjaar als de jaarrekening nog niet gedeponeerd is.
- Een toelichting over de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van ontbinding.
- Een omschrijving van de wijze waarop de baten voorafgaand aan de ontbinding zijn verdeeld.
- Indien van toepassing, een toelichting waarom schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven.
- De jaarrekeningen over de boekjaren voorafgaand aan het jaar van de ontbinding, als publicatie daarvan verplicht is.
2. Inzagerecht schuldeisers
Indien er schuldeisers zijn, ben je als ondernemer verplicht hen schriftelijk te informeren zodra deze documenten gedepondeerd zijn.
3. Bestuursverbod voor bestuurders
Als het bestuur niet aan de verantwoordingsplicht voldoet, kan de kantonrechter schuldeisers machtigen om inzagerecht te krijgen in de administratie van de ontbonden rechtspersoon.
Ook wordt het niet voldoen aan de verantwoordingsplicht aangemerkt als een economisch delict, waarvoor het Openbaar Ministerie de bewuste bestuurder(s) strafrechtelijk kan vervolgen.
Het OM kan tevens aan de civiele rechter vragen om een bestuursverbod aan de bestuurder(s) van de ontbonden rechtspersoon op te leggen, zodat deze maximaal vijf jaar niet als bestuurder of commissaris van een rechtspersoon kan worden benoemd. Dit bestuursverbod kan ook worden opgelegd als de bestuurder in aanloop naar de ontbinding doelbewust schuldeisers aanmerkelijk heeft benadeeld, of als hij in de twee voorafgaande jaren al minimaal twee keer betrokken was bij beëindiging van een rechtspersoon met achterlaten van schulden of een faillissement en hem daarin een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt.